Het boerenverstand van pensioenfonds BPL

28 maart 2025

Auteur: Maarten van Wijk (PensioenPro) Foto: Peter Strelitski

Duidelijke keuzes maken en daaraan vasthouden. Dat is volgens pensioenfonds BPL de kern van de benadering van het pensioenfonds voor de agrarische sector. ‘We willen begrijpen waar we in beleggen.’

Uitkoopregelingen, stikstofgrenzen, halvering van de veestapel, protesten: de boerenstand lijkt het moeilijk te hebben in Nederland. Bij pensioenfonds BPL, het fonds voor de agrarische en groene sectoren, gaat het echter goed. Het is terug op een goede dekkingsgraad, de beleggingen doen het bovengemiddeld goed en de krimp in de veeteelt raakt het fonds financieel en qua deelnemersaantallen niet.

BPL-bestuursleden Linda Slagter en Eric Douma. Foto: Peter Strelitski

Het fonds heeft zich sinds de oprichting behoorlijk verbreed. Het bedient de ‘groene sector’: bedrijven met activiteiten op het land of in de natuur, of in industrieën die de producten daarvan verwerken. De pensioenopbouw begon in 1930, toen nog als de Vereniging Pensioenvoorziening voor het Bloembollenbedrijf. In 1949 werd dat het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. De naam werd in 2017 afgekort tot BPL Pensioen, om recht te doen aan de vele andere sectoren die sindsdien zijn aangesloten. Dat zijn bijvoorbeeld ook hoveniers, bos- en natuurbeheer, producenten van tuin- en bloemzaad, groente- en fruitverwerkende industrie, de sigarenindustrie plus 466 vrijwillige werkgevers, zoals Heinz en smaakstoffenproducent Givaudan.

Het fonds heeft zich sinds de oprichting behoorlijk verbreed. Het bedient de ‘groene sector’: bedrijven met activiteiten op het land of in de natuur, of in industrieën die de producten daarvan verwerken. De pensioenopbouw begon in 1930, toen nog als de Vereniging Pensioenvoorziening voor het Bloembollenbedrijf. In 1949 werd dat het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. De naam werd in 2017 afgekort tot BPL Pensioen, om recht te doen aan de vele andere sectoren die sindsdien zijn aangesloten. Dat zijn bijvoorbeeld ook hoveniers, bos- en natuurbeheer, producenten van tuin- en bloemzaad, groente- en fruitverwerkende industrie, de sigarenindustrie plus 466 vrijwillige werkgevers, zoals Heinz en smaakstoffenproducent Givaudan.

Genen
Dan de beleggingen. ‘Actief in de keuzes, passief in de uitvoering’, zo omschrijft werkgeversvoorzitter Eric Douma de aanpak. Oftewel: duidelijke keuzes maken en daaraan vasthouden. Het fonds kende de afgelopen jaren relatief lage kosten en bovengemiddelde rendementen, volgens CEM Benchmarking. De cijfers in 2023: 0,24% vermogensbeheerkosten voor BPL, 0,43% voor internationaal vergelijkbare fondsen. 4,0% rendement bij BPL, tegen 3,2% voor de Nederlandse benchmark. Ook de jaren ervoor kenden relatief lage kosten en goede rendementen.

De lagere kosten zijn voor een groot deel te danken aan de passieve aandelenbeleggingen van BPL. Maar als daarvoor wordt gecorrigeerd, zijn de kosten nog ongeveer 0,05% lager. ‘We onderhandelen stevig met vermogensbeheerders’, aldus Douma. Maar het heeft ook te maken met ‘niet te springerig’ te zijn, stelt hij, en dus vasthouden aan gemaakte keuzes.
Een voorbeeld van zo’n duidelijke keuze is vastgoed. Het fonds belegt sinds 1947 in Nederlandse huurwoningen. Inmiddels is die portefeuille ruim €3 mrd groot, zo’n 15% van de beleggingen. Het fonds beheert het vastgoed duurzaam, en deed dat al ‘voordat het zo heette’, stelt Douma. In de jaren negentig werd begonnen met isolatieprojecten. ‘Dat bespaart geld. Dat zit in onze genen. Bedrijven in onze sector moeten op de kleintjes letten.’ Inmiddels heeft 75% van de BPL-woningen een A-label. Dat moet in 2030 100% zijn. Duurzaamheid is soms gewoon ‘boerenverstand’, aldus Douma.

Uitsluitingsbeleid
Als ander voorbeeld noemt hij Groningen. ‘Daar golden altijd extra eisen aan de fundering. Die vervielen vanwege het einde van de gaswinning. Wij houden er toch aan vast. Voor iets meer geld maken wij zo onze huizen bestendig tegen verdroging en verzakking.’

Samen met beheerder Achmea Real Estate verkent het fonds nu hennepvezel als vervanger voor niet-duurzame traditionele isolatiematerialen. De hennep wordt gekweekt op grond in Woerden die het fonds zelf in eigendom heeft. Als het werkt, heeft het fonds een verduurzamingsdoel gehaald en heeft de landbouwsector er een nieuw verdienmodel bij.

‘Mijn handen jeuken om zelf te gaan werken op dat veld’, grapt Douma. Het werk is uitbesteed aan Achmea Real Estate, maar het project illustreert dat het fonds graag dicht bij huis werkt. Vandaar ook dat de vastgoedbeleggingen uitsluitend in Nederland zijn. ‘We willen begrijpen waar we in beleggen.’ Ook in het uitsluitingsbeleid maakt BPL duidelijke keuzes, stelt medebestuurder Linda Slagter, die het duurzaam beleggingsbeleid in de portefeuille heeft. ‘Bij opkomende markten hebben we een puntensysteem, op mensenrechten, arbeidsomstandigheden, corruptie en milieu. Landen die te laag scoren liggen eruit. Datzelfde geldt voor bedrijven die het VN Global Compact schenden.’ Het fonds stapte daardoor vroegtijdig uit Rusland, en Tesla.

Rentehedge
De duidelijke keuzes pakken niet altijd direct goed uit. De keuze om weinig renterisico af te dekken werkte lange tijd tegen het fonds. In het voorjaar van 2020 had BPL daardoor een dekkingsgraad van slechts 82%. ‘Ik was aspirant-bestuurder toen’, zegt Douma. ‘De vraag is: wat doe je op zo’n moment? Alsnog de rente afdekken, en je verliezen vastzetten? Wij hebben besloten om stil te zitten toen we geschoren werden.’

Ook dat is weer een stukje landbouwcultuur, meent Slagter. ‘We zijn slechte tijden gewend in de sector. We gaan dan gewoon door.’ Het fonds had daarbij geen rentevisie, bezweert Douma. ‘Maar logischerwijs had de rente meer ruimte om te stijgen dan te dalen.’ De rente steeg inderdaad. Het fonds staat per eind januari op afgerond 118% dekkingsgraad en de rentehedge is opgehoogd tot 69%. Vanaf 2022 is flink geïndexeerd: 2,6% in 2022, 8% in 2023, 4,2% in 2024, 2,5% in 2025. Douma wijst erop dat BPL daarbij steeds ‘niet heel hoge premies’ hanteerde. In 2024 was het 26,4%. In het nieuwe stelsel blijft dat zo.

Piekarbeid
Zoals vrijwel alle bedrijfstakfondsen wil BPL invaren naar de solidaire premieregeling. In het transitieplan is gekozen voor een spreidingstermijn van een jaar, in plaats van de standaard tien jaar. Daarmee gaat wat extra vermogen naar de gepensioneerden, als compensatie voor de indexatieachterstand van 9,6%.

Sociale partners en fonds kiezen voor invaarjaar 2027. Het fonds kijkt nu samen met TKP naar de uitvoerbaarheid van de voorgestelde nieuwe regeling, waar nog wat ‘specials’ in zitten, volgens Douma. ‘Sociale partners willen zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke regeling blijven.’

Een bijzondere regeling in de agrarische sectoren is bijvoorbeeld die voor piekarbeid: voor werknemers die een korte piekperiode werken van maximaal acht aaneengesloten weken per jaar, hoeft geen premie te worden betaald. ‘Denk aan kort seizoenswerk als appelplukkers, bollenpellers en aspergestekers’, zegt Slagter. De regeling maakt dit soort arbeid minder duur en vermindert de verleiding om voor uitzend- of zzp-constructies te kiezen. Maar de regeling zit niet standaard in het systeem bij TKP.

Zeugen
Het fonds mikt op oktober 2025 voor het indienen van het implementatieplan. Er is een plan B om het vóór juli te doen, mocht de verlenging van de deadline toch niet op tijd door de Kamer komen. Aan de wet daarvoor hebben NSC en BBB immers een amendement gehangen voor een referendum. Daarvoor heeft BPL nog geen plan B. BPL-bestuurder Gerard Riemen sprak zich al krachtig uit tegen zo’n referendum. Feitelijk een ‘verbod op invaren’, zei hij, omdat de opkomstdrempel van 30% niet haalbaar is. Bij BPL speelt bijvoorbeeld het grote aantal buitenlandse werknemers. Er zijn veel slapers die inmiddels weer terug zijn naar hun herkomstlanden, bijvoorbeeld Polen of Roemenië.

Bijna net zo controversieel als het referendum is het verminderen van de hoeveelheid vee in Nederland. De uitkoopregeling voor veehouders leidt niet tot minder deelnemers, stellen de BPL-bestuurders. ‘Het leidt tot een herverdeling’, zegt Slagter. De grond gaat naar andere ondernemers, die er andere landbouwactiviteiten op kunnen ontplooien. Daarnaast kent BPL groei in andere sectoren, zoals natuur- en bosbeheer, en hoveniers, vanwege bijvoorbeeld de ambities om steden te vergroenen.

Het fonds probeert het contact met de sectoren in het paritaire bestuur te borgen. Voorzitter Eric Douma had zelf lange tijd een boerderij met zevenhonderd zeugen bij Oosterwolde, in Friesland. ‘Ik ben in juni 2024 gestopt, omdat ik geen opvolger had.’ Slagter komt uit een West-Friese tuindersfamilie. ‘Mijn vader teelde eerst tulpen, later werd het bloemkool en winterpeen.’

Bayer
BPL heeft de beleggingen in landbouwgrond uitgebreid: sinds 2023 stak het €300 mln in een landbouwgrondfonds van ASR. BPL verwacht diversificatie en een aantrekkelijk reëel rendement uit grond. Die grondportefeuille moet ook bijdragen aan een mvb-doelstelling: biodiversiteit. Boeren krijgen een lagere huur, als compensatie voor de wat lagere opbrengst van minder intensief gebruikte, biodiverse akkers. Volgens Douma is dit ook goed voor de belegger, omdat het goed is voor de bodemgesteldheid en de waarde van de grond. Volgens hem is er geen tegenstelling tussen duurzaamheid, goede beleggingen en landbouwopbrengst. ‘Onze boeren zijn de slimste ter wereld, die kunnen dit.’

Of toch? De omgang met het controversiële middel glyfosaat (Roundup) blijkt een gevoelig punt. Douma, bestuurder namens landbouworganisatie LTO, wijst erop dat de Nederlandse instantie Ctgb, verantwoordelijk voor controle op bestrijdingsmiddelen, glyfosaat recent weer heeft goedgekeurd. ‘Het wordt goed gecontroleerd in Nederland.’

‘De meningen lopen hierover wel een beetje uiteen’, zegt Slagter voorzichtig. Zij is bestuurder namens FNV, en die vakbond heeft zich uitgesproken tegen het middel. ‘Dit hoort niet thuis in een gezond landbouwsysteem met oog voor de gezondheid van mensen en natuur.’ De meningsverschillen tussen LTO en FNV op dit terrein belasten het BPL-bestuur niet, bezweren Douma en Slagter. ‘We zitten er allebei voor de deelnemers’.

Maar wat doet het fonds ermee in het duurzaam beleggingsbeleid? De maker van glyfosaat, Bayer, is uitgesloten. Dat is echter niet vanwege bestrijdingsmiddelen, maar omdat Bayer witte fosfor produceert, een verboden chemisch wapen.

In 2020 was er wél een discussie over neonicotinoïden, andere bestrijdingsmiddelen van Bayer, die leiden tot sterfte onder bijen en hommels. Volgens dateleverancier ISS hoefde Bayer daarvoor niet te worden uitgesloten, mede omdat het bedrijf veel moeite stopte in het vinden van een alternatief. Het bedrijf Bayer zelf is wel als werkgever aangesloten, zegt Slagter. ‘Dat zijn de dilemma’s die we hebben in het fonds, waar we ook altijd wel weer uitkomen.’

Eigen pad
Volgens Slagter heeft BPL een kern van zeer groen ingestelde deelnemers, in bijvoorbeeld de sector bos en natuur. Maar deelnemers zijn er volgens haar ‘in alle soorten en maten’, ook mensen die geen affiniteit hebben met duurzaamheid. In mei start BPL een deelnemersonderzoek naar duurzaamheid. Het fonds heeft sinds kort ook een BPL-app ‘Praat mee’. Daarmee wil het fonds tussendoor vragen gaan stellen, bij wijze van continu onderzoek.

Het fonds wil de biodiversiteit graag bevorderen via impactbeleggingen, waar het de komende jaren 5% van het vermogen in wil steken. Daarvoor wordt nu gezocht naar een vermogensbeheerder. Die mag zich ook buigen over de thema’s watergebruik en klimaat. In de woningportefeuille wordt al gewerkt aan die thema’s. Voor waterverbruik gebeurt dat met waterbesparende kranen en groene daken, die water langer vasthouden. Er worden experimenten gedaan met regentonnen en slimme watermeters voor lekdetectie. Voor klimaat wil het fonds 50% CO2-reductie in de woningportefeuille, tegen 75% CO2-reductie in de aandelenportefeuille.

De vastgoedportefeuille doet nu veel voor de duurzaamheid. Bij de jaarlijkse VBDO-ranglijst voor duurzaam beleggen in de pensioensector is voor zulke niet-beursgenoteerde duurzaamheidswinst te weinig aandacht vond BPL, dat zich terugtrok uit de benchmark. ‘Het gaat ons aan het hart’, zegt Slagter. Volgens Douma bekijkt het fonds sectorinitiatieven als die van VBDO ‘vanuit nieuwsgierigheid’. ‘We kijken wat we ervan kunnen leren. Maar we volgen ons eigen pad.’

Actor I Partner in besturen adviseert én ondersteunt het bestuur van BPL Pensioen met de dagelijkse taken en werkzaamheden.

Gerelateerde artikelen

Een bijzondere band met onze klanten

Actor bestaat 25 jaar en daarom zetten wij verschillende verhalen van onze medewerkers in de spotlight. Dit keer spraken we met Margreet Verkerk die dit jaar 25 jaar bij Actor werkt. Margreet vertelt over de groei die Actor heeft doorgemaakt, haar bijzondere samenwerkingen met klanten en de nieuwe generatie medewerkers.
Lees meer

Actor 25 jaar Partner in besturen

Actor viert haar 25-jarig jubileum als Partner in besturen, met trots op de brede ondersteuning van klanten in sectoren als agrarisch, horeca, kappers en kunsteducatie. Samen met onze klanten blikken we terug en kijken we vooruit naar verdere optimalisatie van onze dienstverlening. Bekijk onze jubileumvideo en vier dit bijzondere moment met ons mee!
Lees meer

“Je moet nooit tevreden zijn”

Ter ere van ons 25-jarig jubileum presenteren wij verschillende persoonlijke verhalen van onze medewerkers. Dit keer spraken we met Jos Klop (Adviseur, Scholing en Ontwikkeling, Kasgroeit) over zijn ontwikkeling binnen Actor, zijn drive om steeds meer te leren, en de toekomst van Actor en Kasgroeit. 
Lees meer